Samenwerking

Voor het realiseren van de ambities uit het Mobiliteitsplan werkt de gemeente samen met verschillende partners. Zo wordt in de regio Zuid-Limburg gewerkt aan het opstellen van een uitvoeringsagenda voor de Mobiliteitsvisie Zuid-Limburg. Binnen de gebiedsverkenning Westelijke Mijnstreek werkt de gemeente samen met de Provincie Limburg, Rijkswaterstaat, de gemeenten Echt-Susteren, Sittard-Geleen, Beek en Beekdaelen om te komen tot een regionale mobiliteitsagenda waarbinnen afspraken worden gemaakt over regionale mobiliteitsopgaven. Ten aanzien van gedragsverandering en de werkgeversaanpak wordt de samenwerking gezocht met Zuid-Limburg Bereikbaar.

Andere belangrijke partners die een bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van onze visie zijn onze buurgemeenten, vervoerders, bedrijven (Brightlands Chemelot, etc.) en maatschappelijke organisaties.

De koers die de gemeente Stein binnen deze samenwerkingsverbanden inbrengt, staan beschreven in dit Mobiliteitsplan.

OV-concessie en rol gemeente

Arriva en de provincie Limburg (bevoegd gezag) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in Limburg. Zij stellen de kaders voor wat er binnen de OV-concessie (het Limburgnet) mogelijk is. De opgave voor het openbaar vervoer is steeds om zoveel mogelijk mensen te vervoeren met de beschikbare middelen en zo een OV-aanbod te creëren dat zo veel mogelijk aansluit bij de verplaatsingsbehoeften. Verder beoogt het Limburgnet het blijvend versnellen en verbeteren van het OV.

Een gemeente kan haar wensen ten aanzien van OV aangeven en gaat daarover met Arriva en provincie in gesprek. Hoe beter de gemeente haar wensen aan laat sluiten bij de kaders van het Limburgnet en haar wensen kan onderbouwen (door middel van onderzoeken, aansluitend bij behoeften van haar inwoners, ondernemers en/of maatschappelijke organisaties), hoe groter de kans van slagen is dat Arriva en provincie hun medewerking verlenen. Wanneer een wens van de gemeente leidt tot concrete uitvoering en leidt tot extra kosten voor Arriva en/of provincie, draagt de gemeente (financieel_ bij en/of faciliteert zij de gewenste veranderingen (bv. realisatie van bushaltes of businfrastructuur). Voor het bedienen van kleinere reizigersstromen of specifieke individuele mobiliteitsbehoeften is het traditionele OV geen goed middel:

  • Als de vraag in omvang beperkt en diffuus is dan sluit een vast netwerk niet goed aan op de reisbehoeften;

  • Vaak zijn de wegen niet geschikt voor groot materieel (denk aan drempels, krappe bochten, 30km zone);

  • Het omleiden van bestaande lijnen of toevoegen van nieuwe lijnen zijn vrijwel altijd in strijd met het kader van het Limburgnet, omdat een kleine reizigersstroom of specifieke individuele mobiliteitsbehoeften via die ingrepen ten koste gaat van de kwaliteit voor grotere groepen reizigers. Een voorbeeld hiervan is de bus van Stein naar station Beek-Elsloo. Het is de wens om deze bus door Elsloo te laten rijden, maar door deze langere reistijd wordt de aansluiting met de trein niet gehaald. Die paar reizigers die in Elsloo opstappen wegen dan niet op tegen al die reizigers die de aansluiting met de trein missen. Anders gezegd: voor elke oplossing ontstaat dan een nieuw probleem en dat willen we niet veroorzaken. De gemeente kan in die situaties op zoek naar andere oplossingen (e.g. deelmobiliteit, mobiliteit op maat).