Thema 1 Sociale en vitale wijken en kernen

Wat wil Stein bereiken met de Omgevingsvisie?

De gemeente wil de dorpse saamhorigheid en gemeenschapszin in kernen behouden en verder versterken. Stein blijft een woongemeente waar het dorps wonen is in een verstedelijkt gebied met hoogwaardige voorzieningen met ruimte voor ondernemerschap en particulier initiatief.

Wat zijn de opgaven voor Stein?

  • Afstemmen woonmilieus op toekomstige (regionale) samenstelling van de bevolking (kwalitatief en kwantitatief)

  • Samenleven: ontmoeten & verbinden stimuleren en faciliteren

  • Actief eigenaarschap inwoners en ondernemers stimuleren en faciliteren

  • Trots en bewust van de eigen(zinnige) identiteit en kwaliteit

Mobiliteit draagt bij aan deze ambitie en opgaven door:

Het faciliteren en stimuleren van ontmoeten en verbinden door het toepassen van het STOMP ontwerpprincipe in de kernen

Het toepassen van het STO(M)P ontwerpprincipe komt uit de Mobiliteitsvisie Zuid-Limburg en is een principe waarbij in de openbare ruimte in volgorde van importantie ruimte wordt gereserveerd voor Stappen (lopen), Trappen (fietsen), Openbaar en collectief vervoer (zoals de Wensauto), Mobility as a Service (MaaS[1]) en de Privéauto. Door in de fysieke leefomgeving expliciet ruimte op te nemen voor voetgangers en fietsers faciliteren we dat mensen elkaar kunnen ontmoeten. Vervolgens wordt er ruimte gereserveerd voor het OV (waar van toepassing), deelmobiliteit en de personenauto en parkeren. Bij herinrichting- en reconstructieprojecten wordt STOMP op maat toegepast zodat het aansluit bij de betreffende (woon)omgeving. De inrichting middels het STOMP-principe doet niet af aan de bereikbaarheid. Juist deze goede bereikbaarheid maakt dat de gemeente een aantrekkelijke plek is om te wonen. Door de doorstroming op gebied ontsluitende wegen te waarborgen, is er ruimte om in woonstraten de leefbaarheid te verbeteren. Dit komt de aantrekkingskracht van Stein als aangename woongemeente ten goede.

STOMP – principe

Het STOMP ontwerpprincipe is een Vlaams ontwerp principe waarbij in de openbare ruimte in volgorde van importantie ruimte wordt gereserveerd voor Stappen (lopen), Trappen (fietsen), Openbaar en collectief vervoer, Mobility as a Service (MaaS) en de Privéauto (incl. parkeren). In het ontwerp van de openbare ruimte staat dus de mens centraal. Belangrijke voorzieningen zijn per voet bereikbaar. Voetpaden zijn veilig en van goede kwaliteit. Daarna volgt ruimte voor de fiets, goede fietspaden en stallingsvoorzieningen maken het aantrekkelijk voor de fietser. Ook is het openbaar en collectief vervoer waar mogelijk belangrijk. Waar er geen plek is voor het OV kan er ruimte worden gemaakt voor nieuwe diensten als deelmobiliteit (auto’s, fietsen), waarbij de diensten ontsloten worden middels een MaaS-app. Pas als laatste wordt er gekeken naar de ruimte voor de privé auto. Het gaat erom dat de gebruiker centraal staat in de openbare ruimte en dat deze verblijft in een prettige leefomgeving.

Figuur 3. Voorbeeld: Omphaliusstraat is een breed opgezette weg. Dit biedt de mogelijkheid om meer ruimte te maken voor groen, voetgangers en fietsers middels het STOMP principe.

Dit ontwerpprincipe betekend niet dat er bij wegen eerst een voetpad wordt aangelegd, daarna een fietspad en de overige ruimte beschikbaar wordt gesteld voor de auto, maar dat er een veilige integrale mobiliteitsoplossing wordt gekozen waar de gebruiker centraal staat. Voor sommige afstanden is het bijvoorbeeld niet mogelijk om te wandelen of heeft een voetganger niet altijd een trottoir nodig. Onderstaande afbeelding geeft de voorkeursmodaliteit aan bij verschillende afstanden.

Voor de wandelvoorzieningen binnen de kernen zet de gemeente in op een hoog kwaliteitsniveau bij voorzieningen zodat elke inwoner binnen de kernen voorzieningen goed te voet kan bereiken.

Figuur 4. Afstanden per voorkeursmodaliteit

Het borgen van de bereikbaarheid tussen kernen onderling door de afhankelijkheid van de eigen auto te verkleinen

Om de bereikbaarheid tussen kernen te waarborgen is het belangrijk om hiervoor niet alleen afhankelijk te zijn van de auto. Niet iedereen beschikt over een rijbewijs en/of auto. Dit kan een bewuste keuze zijn, maar ook zijn ingegeven door bijvoorbeeld leeftijd, kosten of (fysieke) beperkingen. Om iedereen aan de maatschappij deel te kunnen nemen, wordt ingezet op het versterken van andere mobiliteitsnetwerken (fiets, collectief vervoer, deelmobiliteit), wordt ingespeeld op de toekomstige samenstelling van de bevolking en wordt aangesloten bij verschillende woonmilieus.

Nota bene: De ambitie en opgaven voor mobiliteit richt zich binnen dit thema op de bereikbaarheid van inwoners. Economische bereikbaarheid heeft een plaats in de gebiedsgerichte uitwerking. 

  • 1 MaaS staat voor een mobiliteitsconcept waarbij de reiziger gebruik maakt van verschillende vervoersmodaliteiten via één digitaal platform (smartphone). De reiziger hoeft zich daarbij niet meer druk te maken over verschillende informatie-, reserverings- en betaalsystemen. Via het digitale platform maakt de reiziger via deelsystemen en overstappunten gebruik van verschillende vervoersmodaliteiten om van A naar B te komen.